Wanneer dan ook volkeren in Europa in beweging zijn gekomen, kruisten hun wegen elkaar in een klein gebied dat nu Tsjechië wordt genoemd. Vanaf de vroege middeleeuwen werd het doorkruist door oude lange afstandsroutes van handelaars uit het gure Noorden naar het zonnige Zuiden.

Aan het begin van het Millennium is hier uit het Westen het christendom gekomen, aan het einde daarvan is uit het Oosten het Communisme gearriveerd. Zes eeuwen lang was er een zelfstandig Boheems koninkrijk, drie eeuwen lang behoorde het tot de groep van landen van het Habsburgse rijk, vanaf 1918 is het een republiek. Het is in de 14e eeuw, tijdens het bewind van de Boheemse en Duitse koning en Romeinse keizer Karel IV., en in de 16e eeuw, onder keizer Rudolf II., op de voorgrond van de Europese geschiedenis en in het middenpunt van de wereldkunst en maatschappelijke ontwikkeling gekomen.



In 1989 applaudisseerde de wereld voor de Tsjecho-Slowaakse “Fluwelen revolutie” met de charismatische toneelschrijver Václav Havel voorop, die een einde maakte aan een halve eeuw van experimenteren met het socialisme. De beroemde bouwers van Duitse romaanse kathedralen werden hier succesvol, toen zij thuis opdrachten verloren vanwege de opkomende gotische stijl; tegelijkertijd won in Bohemen echter de Franse gotiek terrein. Italiaanse renaissancistische en barokke architecten, schilders en beeldhouwers, die de Alpen overschreden om nieuwe ruimte voor ontplooiing en goed betaald werk te vinden, traden in dienst van de Boheemse aristocratie en geestelijkheid. Verrast door het meesterschap van de Boheemse bouwers en vakmensen hebben zij gezamenlijk schitterende kastelen en adembenemende katholieke domkerken laten ontstaan. Een bewijs daarvan zijn duizenden bouwmonumenten – kastelen, slotkastelen, religieuze bouwwerken, gehele historische steden – en ook twaalf in de UNESCO lijst opgenomen architectonische parels.

Hele steden en landschappen werden meerdere malen verbrand door het vuur van oorlogen en nog vernietigendere ideologieën. Stromen van ballingen moesten meerdere malen vluchten voor de gruwelijkheid van de tijd; zij namen echter een inspirerend Tsjechisch sprankje mee in de wereld, zoals de humanistische geest van Jan Amos Komenský (Comenius) of de muziek van Antonín Dvorák, de films van Miloš Forman of het tennis van Martina Navrátilová.

Supermoderne testen van DNA hebben tegenwoordig bevestigd, wat door kenners van de geschiedenis tot nu toe slechts geschat werd: de bewoners van de historische gebieden van Bohemen, Moravië en Silezië, waaruit de Tsjechische Republiek bestaat, zijn van 51 % Slaven, de rest van de genetische kenmerken zijn afkomstig van Romaanse, Germaanse, Joodse, Fins-Oegrische en Zuid-Kaukasische voorouders.

 

Artikelen in Historie Tsjechië